Martijn Frints

Martijn Frints

Vice President Consulting Expert - Energy & Utilities

‘De verkoop van zonnepanelen is eerste halfjaar van 2015 bijna verdubbeld’, hoorde ik pas geleden op BNR. Toen ik afgelopen week in de ochtend met een kopje koffie uitkeek over Utrecht, viel me op dat mijn buren nog niet massaal bijgedragen hebben aan deze groei. Op de meeste daken zijn de dakpannen vooralsnog gewoon te zien. Op weg naar kantoor reed ik daarna langs een van de laadpalen in mijn straat. Beide plekken bezet, dit keer door een Outlander en een V60.

image_cgi-nl_blog_prijsontwikkeling-zonnecellen  image_cgi-nl_blog_verdeling-elektrische-autos

Onze ambitie om minder afhankelijk te zijn van fossiele brandstoffen begint zich in ons dagelijks leven steeds duidelijker af te tekenen. Met name als het financieel ook aantrekkelijk is. Zo is de prijs van zonnecellen in de afgelopen jaren gedaald (bron). En de versimpeling van regelgeving heeft gezorgd voor meer rust en duidelijkheid. Met een toename in populariteit als gevolg (bron). Ook de stimulerende maatregelen voor elektrisch vervoer, met de gunstige bijtellingsregels van de afgelopen jaren, hebben hun invloed op het straatbeeld met nu bijna 60.000 elektrische auto’s.

image_cgi-nl_blog_ontwikkeling-elektrische-voertuigen(On)voorspelbaarheid

Elektriciteit is populair en dat heeft z’n impact op hoe de energiemarkt werkt. Voorheen was ons elektriciteitsverbruik over de dag heen redelijk goed te voorspellen. Door onder andere teruglevering als de zon schijnt, of het opladen van elektrische auto’s, neemt de voorspelbaarheid echter af. En juist deze onvoorspelbaarheid leidt tot grotere oneerlijkheid in de energiemarkt.

Allocatie en voorspelbaarheid

Omdat het lastig is om elektriciteit grootschalig op te slaan, moet vraag en aanbod van elektriciteit goed op elkaar zijn afgestemd. Energiebedrijven voorspellen hiervoor elke dag hun verwachte productie en afname voor de dag erna. De daadwerkelijke productie en afname wordt daarna toegewezen aan de energiebedrijven op basis van werkelijk bemeten standen op kwartierbasis. Dit gebeurt in het allocatieproces. Eventuele onbalans, ofwel afwijking tussen het voorspelde en het gealloceerde verbruik, wordt verrekend per energiebedrijf tegen de onbalansprijs. Deze prijs kan per kwartier verschillen.

Van de 8,5 miljoen elektriciteitsaansluitingen in Nederland worden er echter ongeveer 70.000 aansluitingen op kwartierbasis bemeten. Voor de toewijzing van energie voor de overige aansluitingen wordt gebruik gemaakt van historische profielen die jaarlijks worden bijgewerkt. Het achterliggende idee hierbij is dat deze aansluitingen ongeveer hetzelfde verbruiksgedrag vertonen. Als er meer of minder is verbruikt dan initieel voorspeld, wordt deze onbalans naar rato verdeeld over alle geprofileerde aansluitingen. Vanwege het ontbreken van de meetgegevens op kwartierbasis is het immers niet te achterhalen welke klanten, en dus welke energiebedrijven, deze onbalans veroorzaakt hebben.

Oneerlijk model

image_cgi-nl_blog_ontwikkeling-publieke-laadpalenKlanten met een afwijkend verbruiksprofiel zorgen volgens deze methodiek in principe voor onbalans. Zo worden laadpalen niet per kwartier bemeten, maar worden gezien als een gewone huisaansluiting. Terwijl het echte verbruiksprofiel nogal afwijkt. En deze onbalans neemt alleen maar toe. Als een energiebedrijf veel klanten heeft met atypisch verbruik, hebben ze een groter aandeel in de veroorzaakte onbalans. De kosten van de door hen veroorzaakte onbalans worden echter afgewikkeld over de hele markt. En dat klinkt niet helemaal eerlijk.

Dit model is daarom op de lange termijn niet meer houdbaar. Alleen als energiestromen eerlijker worden toegewezen ontstaat de behoefte om afwijkend verbruik goed te voorspellen. Onbalanskosten worden dan gelegd bij de veroorzaker. Gelukkig is er hoop! Onder andere met de uitrol van slimme meters wordt het mogelijk om aansluitingen per kwartier te bemeten. Het opent de weg naar nieuwe businessmodellen, verdere innovaties in de markt en een eerlijkere energiemarkt.